Yord herfst logo
Home      Zoeken      

    Leven in een onzichtbare wereld

    „Bedreigingen, pesterijen en seksuele toespelingen op MSN geen uitzondering”

    Vraag aan ouderen wat ze met de computer kunnen. Steevast luidt het antwoord: Typen, informatie zoeken of spelletjes doen. Stel dezelfde vraag aan jongeren. Hun reactie: MSN-en en chatten. „MSN is dé hangplek voor jongeren.”

    MSN is in. Bijna negen op de tien jongeren in Nederland tussen de 13 en 24 jaar maakt inmiddels gebruik van MSN Messenger, de officiële naam van het ”instant messaging”-programma. Nederland is met zo veel gebruikers koploper in Europa. Maar wat is MSN precies en wat is het verschil met gewoon chatten?

    Marco Holtslag van Stichting De Kinderconsument geeft regelmatig voorlichting over MSN. Zo ook deze donderdag in Hardenberg. Zo’n honderd ouders van leerlingen van het christelijke Vechtdalcollege zijn naar de aula gekomen om zich te laten informeren over een wereld die de hunne niet is.

    Toch moeten de ouders eerst zelf aan de slag. „We beginnen met een taaldictee”, grijnst Holtslag. „Hoest?” Het blijft even stil. „Nee, ik ben niet een beetje verkouden. Het is gewoon de vraag hoe het met je is.”

    „bm@8?” vraagt de medewerker van De Kinderconsument vervolgens aan de zaal. „Dit betekent: „Kom je naar mij om acht uur?” Hier ziet u wat MSN-taal is: een mix van Nederlandse en Engelse woorden, veel getallen en zo min mogelijk letters.”

    De moeilijkste vragen bewaart Holtslag voor het laatst. „Wie weet waar bjmjez en mnmdr voor staan?” Slechts een enkeling weet het antwoord. „Het eerste staat voor: „Bemoei je met je eigen zaken.” Het tweede woord betekent: Mijn moeder.” Waar dat voor wordt gebruikt? „Als ma in de buurt van de computer is, kan ze eventueel meekijken. Dat is eng. Er is ook een Engelse variant: pwos. Parents watching over shoulder.”

    Kletsen
    Dan het verschil tussen MSN en chatten. „Het gaat nergens over, zeggen veel ouders”, lacht Holtslag. „Chatten is inderdaad niets anders dan dat je achter de computer wat zinnen typt. Iemand anders die online is kan dat op hetzelfde moment lezen. Chatten is in feite te vergelijken met één grote open zaal waar iedereen kan binnenkomen en met elkaar een gesprek kan aanknopen. Bij MSN bepaalt de gebruiker zelf met wie hij wil kletsen en kan hij de rest buitensluiten.”

    Jongeren leven voor veel ouders in een onzichtbare wereld, benadrukt Holtslag. „Jongelui maken hun verkering uit via MSN. Er is een nieuwe wereld ontstaan. In de beleving van kinderen is dat een gewone wereld. Een voorbeeld. Mijn nichtje was laatst op bezoek. Ze zou met een vriendinnetje gaan tennissen, die een paar huizen verder woont. Toen ik thuiskwam, zat mijn nichtje alleen op de bank. „Ik kan mijn vriendin niet bereiken”, was haar reactie. „Ze reageert niet op mijn sms’jes en ze is ook niet online.” Het kwam niet in haar op om even langs haar vriendin te gaan om te kijken of ze thuis was.”

    Opvoeders moeten uitkijken om alles direct af te kraken, waarschuwt de beleidsmedewerker van De Kinderconsument. „U hoeft niet per se alles te begrijpen wat uw kind doet. Als een jongen of meisje maar weet dat wanneer er iets aan de hand is hij of zij altijd kan terugvallen op zijn ouders. Straal altijd uit: Ik ben er voor je, wat er ook aan de hand is.”

    Dus alles maar accepteren wat een kind doet en het gewoon zijn gang laten gaan? Beslist niet, benadrukt Holtslag. „Waren maar meer ouders ongerust over MSN. Daar zijn bedreigingen, pesterijen en seksuele toespelingen geen uitzondering. Toch geef ik informatieavonden in bijvoorbeeld de grote steden waar bijna geen ouders op af komen.”

    Uit de kleren
    Holtslag vertelt het verhaal van een 17-jarig meisje. Ze raakt via de chat in gesprek met een leuke jongen. Samen besluiten ze verder te kletsen op MSN. „Dat is lekker privé. Bovendien kun je eventueel met een webcam elkaar nog zien ook. Op een gegeven moment loopt het verliefdheidsgevoel hoog op en vraagt de jongen aan het meisje of ze niet wat kleren uit kan doen. Ze doet dat op één voorwaarde: als hij dat ook doet. Dat is geen probleem voor de jongen.”

    Nog geen week later zijn beiden weer online. „Nu is de jongen wat minder lief. Hij eist al snel dat ze bepaalde seksuele handelingen met zichzelf verricht. Dat weigert ze. „Dan publiceer ik de beelden van vorige week op internet”, luidt zijn antwoord. Hij had alles opgenomen.”

    Wat doe je in zo’n geval als meisje, vraagt Holtslag zich af. „Je loopt dus het risico dat de hele school of de hele familie tot de ontdekking komt dat je naakt voor de camera hebt geposeerd voor een of andere nepdroomprins. Gelukkig heeft dit meisje aangifte gedaan bij de politie. Die heeft de jongen opgespoord en zijn computer meegenomen. Toen bleek dat hij nog 24 andere meiden op deze wijze had gechanteerd.”

    Voor de medewerker van De Kinderconsument is het duidelijk: „Tien op de vijftien meiden heeft iets vervelends meegemaakt op MSN. U vraagt naar de andere vijf? Die zijn nog nooit echt in een chatroom geweest. Maar de meisjes die wél een nare ervaring hebben, doen meestal geen aangifte uit angst dat hun ouders erachter komen. Het is te stil in de meeste huizen. Er wordt totaal niet gepraat over wat de kinderen op internet doen en zien.”

    Pesten
    Ook is MSN een geliefd platform om anderen te pesten, waarschuwt Holtslag. „Een 15-jarige jongen blokkeert iemand die hem treitert via MSN. Door te blokkeren kun je regelen dat iemand niet meer online met je mag praten. Maar wat gebeurt er? De volgende dag wordt de jongen op school opgewacht door een paar knullen. „Als je vanavond niet deblokkeert, slaan we je morgen in elkaar.” De jongen deblokkeert niet en de volgende dag wordt hij ernstig toegetakeld.”

    Wordt er dan meer gepest via MSN en is dat ook anders dan hoe scholieren vroeger elkaar soms het leven zuur maakten? Ja, knikt de voorlichter. „Het wordt nu vooraf gepland. De een stelt voor: We gaan dit doen. De ander roept: Nee, we gaan dat doen. Zo fokken ze elkaar via MSN op. In zekere zin is het nog anoniem ook, want niemand ziet hoe de ander reageert. Maar de volgende dag willen de pesters niet voor schut staan en doen ze wat ze elkaar via MSN ’beloofd’ hebben.”

    Hoe krijgen we ooit een veilige school als thuis via MSN of via sms’jes allerlei snode plannen worden gesmeed, zo vraagt vmbo-directeur W. H. Boersma van het Vechtdalcollege zich vertwijfeld af. „Als iemand op school in elkaar wordt geslagen, krijgen wij de schuld. Maar we kunnen toch moeilijk met 1000 man in de gang gaan staan om iedereen in de gaten te houden?”

    Holtslag: „Dat is inderdaad een groot probleem. Gemiddeld zijn twee kinderen per klas de dupe van pesterijen. Dat is veel. Bovendien is er een continue overloop van school naar huis. Thuis gaan kinderen via MSN weer verder met het pesten van hun klasgenootjes. Daarom moeten veel meer ouders weten wat hun kinderen allemaal doen.”

    Maak het internetgedrag bespreekbaar, adviseert de voorlichter. „Zeg niet met een zuur gezicht: Wat ben je nu weer aan het doen? Nee, ga naast je kind zitten en vraag: Leg eens uit hoe dat allemaal in zijn werk gaat.”

    Zorg er als ouders ook altijd voor dat de internetgeschiedenis op de computer bewaard blijft, benadrukt Holtslag. „Je kunt je kinderen op die manier ook bespieden. Zeg rustig: Ik wil je gewoon af en toe controleren. Dan hoef je dat als ouders nog niet eens daadwerkelijk te doen, maar de mogelijkheid is er in ieder geval.”

    „Maar kinderen zijn veel snuggerder dan hun ouders”, stelt een bezorgde vader vast. Holtslag: „Dat klopt. Maar ouders moeten weer de baas worden over de computer. Uiteindelijk zit er ook een uitknop op dat ding. Maak duidelijke afspraken en wees daarin consequent. Als een kind anderhalf uur achter de pc mag zitten en het is tijd, dan ís het ook tijd. Zegt het kind dan dat het voor school bezig is? Oké, de volgende keer zit het werk voor school ook in die anderhalf uur. Anders ga je als ouders steeds de mist in. Kinderen moeten niet de hele middag of avond achter dat beeldscherm hangen. Laat ze eens lekker naar buiten gaan of verzin iets leuks.”

    Haantjesgedrag
    Waarom krijgen de kinderen op school niet meer sociale vaardigheden aangeleerd, vraagt een moeder. „Ik merkte in de klas van mijn dochter dat er sprake was van haantjesgedrag. MSN speelde daar ook een rol in. En wat bleek? De leerlingen praatten nooit met elkaar over wat ze van elkaar vinden en hoe ze rekening met elkaar moeten houden.”

    Directeur Boersma: „Een goed punt. Maar wij krijgen in een aantal uren niet aangeleerd wat sommige kinderen thuis weer afleren.” Een andere moeder: „Dat is waar. Ik liet laatst een briefje van een kind aan de ouders zien, omdat dat briefje niet door de beugel kon. Ik kreeg de vraag waar ik me mee durfde te bemoeien.”

    „Neemt het pesten ook niet toe doordat veel kinderen gewelddadige videospelletjes spelen?” vraagt een ouder zich af. Holtslag: „Als kinderen in een virtuele wereld leren anderen te pesten, moeten we er niet vreemd van opkijken dat er ook op het schoolplein problemen ontstaan. Gelukkig wil de Tweede Kamer nu een halt toeroepen aan zulke spelletjes. Maar we moeten allemaal wakker geschud worden.”

    Er zijn nog geen reacties geplaatst.